Laatste update: 5 maart 2021

Valse start zomervakantie

Voorbij de 4-weken-vakantie-horizon

Dat het zeilseizoen van 2020 niet zo is als andere jaren is inmiddels geen verrassing. Met corona als grote spelbreker moesten we alle geplande reizen naar de boot cancellen. Toen Nederland in intelligente lockdown ging hadden we zelfs de verwachting dat we mogelijk deze zomer niet meer aan boord zouden komen. Tot onze frustratie bovendien, omdat de laatste keer dat ik aan boord was de bilge vol water stond. We hadden in het voorjaar onderhoud willen doen en de lekkage willen vinden en verhelpen. Niet mogelijk dus. Af en toe vroegen we de marina om even extra goed te kijken naar de boot. Ligt ze nog boven de waterlijn of ligt ze lager? Ze mailen dan een paar foto’s van de boot waarop gelukkig niets alarmerends te zien was. Maar echt gerust konden we er niet op zijn.

Een meivakantie zouden we dit jaar toch al niet aan boord vieren omdat Annick in haar eindexamenjaar zat. Zo vlak voor de examens kan je beter niet met vakantie gaan. Door de Covid-19 bedreiging liep het allemaal anders. De eindexamens gingen niet door en al in begin april wist Annick dat ze geslaagd was. Maar een groot feest kon niet gevierd worden. En dus werd het maandenlang wachten op de diploma-uitreiking.

Het leven op de middelbare school ging uit als een nachtkaars. Geruisloos, netflixend, liggend in een tienerkamer. Gelukkig werd er nog een soort diploma-uitreiking georganiseerd in kleine groepjes en online-live-gestreamed. Met als bijzonder hoogtepunt de leraren die “You’ve got a friend” van Carole King zongen.

 

Intussen belandt mijn vader van het ene medische probleem in het andere. In februari heeft hij een nieuwe aortaklep gekregen. Maar door de corona-crisis is hij sindsdien niet voor controle in het ziekenhuis geweest. Het gaat afwisselend beter dan weer slechter met hem. 

Een signaal dat het beter met hem gaat is dat hij plannen maakt om weer met zijn boot te gaan varen. Hij heeft een paar jaar geleden een Valkvlet gekocht om alsnog een lang gekoesterde droom te laten uitkomen. Dat is alleen niet iets waar ik onverdeeld blij van word, want hij is inmiddels zo stijf en langzaam dat ik het gevaarlijk vind als hij het water op gaat. 

Maar hij is niet tegen te houden. Desnoods gaat hij wel alleen. Daar krijg ik helemaal een hartverzakking van. Dus besluit ik met hem mee te gaan. Ik vraag Marlies om me daarbij te helpen. 

24 en 25 juni maken we vrij om de Elmara van Franeker naar Monnikendam te brengen. Eerst maar even het Harinxmakanaal af naar Harlingen om daar te overnachten. In Harlingen leggen we aan in de Noorderhaven. Maar bij laagwater kijken we tegen de kade op en realiseren ons dan pas dat papa daar helemaal niet aan wal kan komen met zijn stijve benen.

Wat dom! De havenmeester geeft ons een plekje achter de draaibrug, waar afgemeerd kan worden aan drijvende steigers en papa wel aan wal kan komen.

We duwen hem de kade op en ploffen neer op het terras bij De Tjotter. Het is een gezellige avond met hem. We eten vis en praten over de dingen in het leven waarvan hij genoten heeft. 

De volgende dag varen we over de Boontjes, het IJsselmeer en door het Naviduct bij Enkhuizen naar Monnikendam. Marlies en ik doen het meeste. Het afmeren, de lijnen, de stootwillen. Het valt hem tegen, maar hij geniet van het water en zijn boot. Hij wil nog vrienden uitnodigen om met hem te gaan varen. Naar Zaandam. Dat baart Marlies en mij zorgen. Maar hij ziet nu ook dat hij eerst nog wat fitter moet worden. 

Maar fitter wordt hij niet. Een week later heeft hij een afspraak met de cardioloog. Die is eigenlijk best hoopvol. Hij moet zijn medicijnen trouwer innemen en er wordt fysiotherapie geregeld zodat hij wat minder stijf wordt. Maar hij komt de dagen erna zijn bed niet meer uit. En als hij voor de tweede keer uit bed valt en de ambulance moet komen omdat mijn moeder hem met geen mogelijkheid weer in bed krijgt, wordt hij naar het ziekenhuis gebracht. De artsen proberen hem beter te maken. Hij krijgt medicatie en vocht en ziet er beter uit. 

Maar halverwege de week blijkt dat er een streptokok in zijn hart zit. Waarschijnlijk op de nieuwe hartklep. Dat is slecht nieuws. Hij krijgt er anti-biotica tegen, maar de kans dat de bacterie bestreden wordt is klein. Het kan weken duren.

Intussen staat onze toch nog geplande vakantie voor de deur. Ik wil niet bij hem weg. Ook wil ik mama en Marlies niet alleen laten. Maar hij vindt dat we moeten gaan.

Het dilemma is dat Egon een beetje vakantie goed kan gebruiken. Hij heeft een intensieve periode van zorg voor zijn moeder en thuiswerken achter de rug en snakt ernaar om aan boord te zijn.

De avond voordat we naar Alicante vliegen is verschrikkelijk. Ik vind het moeilijk om het ziekenhuis te verlaten. Thuis twijfelen we of we wel moeten gaan. Niet alleen vanwege mijn vader, maar ook omdat intussen de corona-besmettingen in Spanje, vooral de regio rond Barcelona, alarmerend snel toenemen. Stel je voor dat we niet snel terug kunnen komen als het slechter gaat met papa! 

Een argument om wel te gaan is dat de besmettingen in Alicante en op de Balearen nihil zijn. En ik heb het voorgevoel dat we als we het uitstellen we helemaal niet meer kunnen gaan. Ofwel omdat papa slechter gaat ofwel omdat de corona-besmettingen daar ook gaan toenemen.

We worden heen-en-weer geslingerd tussen wel gaan en niet gaan. Ik schrijf voor alle zekerheid een afscheidsbrief aan mijn vader. Voor het geval dat ik hem niet meer zelf kan spreken. Die brengen we nog snel even langs bij Marlies. Daarna besluiten we toch niet te gaan. 

Er valt een zorg van mijn schouders. We gaan doodmoe slapen. Maar terwijl we in bed kruipen begint de zorg om de boot ook op te spelen. Stel dat we er door corona tot november of december niet naartoe kunnen? Dan moeten we nu toch het risico nemen. Dan gaan we maar niet naar de Balearen, maar we blijven in de buurt van Alicante. Tabarca is ook leuk en er zijn nog genoeg leuke haventjes in de buurt. Altea hebben we nog niet gezien en Villajoyosa lijkt ook leuk. Dan kunnen we ook heel snel weer naar huis mocht het nodig zijn.

De volgende dag stappen we ondanks alles aan boord van de Paradise Regained. Ze ziet er niet slecht uit. Een beetje stoffig, dat is alles. Maar in de bilge staat toch wel een heleboel water. Niet zoveel als in februari, maar toch tot boven de lenspomp. Hm. Niet zo best. Maar wat fijn dat we hier zijn! Nu kunnen we er iets aan doen.

We tanken water en sluiten alles aan. Daarna gaan we met boodschappentassen de stad in. De temperatuur is redelijk. Helemaal niet zo bloedheet als vorig jaar. Gelukkig maar. Sinds vandaag is er een mondkapjesplicht op straat in Alicante.

Ik  wil eerst nog even een toertje door Barrio Santa Cruz maken om het aan Egon en de kinderen te laten zien.  Je moet om in het wijkje te komen heel even door een wat slobberig stukje stad. Ik moet daarom echt aan Egon en de kinderen trekken om de trappetjes en steegjes in te gaan. Maar dan blijkt het gelukkig toch zo leuk als ik had beloofd. Op dat moment belt Marlies.

Marlies is bij papa in het ziekenhuis en vertelt dat de arts net gezegd heeft dat behandelen geen effect meer heeft en dat papa snel dood zal gaan. 

Mama heeft mijn brief aan hem voorgelezen. En Marlies heeft het opgenomen. Ik ben verdrietig en wil eigenlijk  zo snel mogelijk naar huis. Maar voor Egon en de kinderen vind ik dat een beetje ongezellig. 

We doen boodschappen bij de Mercadona en lopen terug naar de boot via de Esplanada. Daar is het lekker koel in de schaduw. Het verleidt ons om een fris biertje te bestellen op een rustig terras.

Zondag 19 juli

De volgende ochtend boek ik voor mezelf de eerste vlucht terug naar huis. Maar die gaat pas om 21:45u. We hebben nu nog een heel stuk dag voor ons voordat ik naar het vliegveld moet. Egon, Annick en Rein zullen nog aan boord blijven zolang het mogelijk is. Misschien blijft mijn vader nog twee of drie weken leven. Dan is het zonde als zij thuis zitten.

Egon en Rein doen een paar klusjes aan de motor. Ze checken ook de diesel. Die ziet er gelukkig heel schoon uit. Dan gooien we toch nog even los en varen met z’n vieren naar het eilandje Tabarca. Dat ligt op 10 mijl ten zuidoosten van Alicante. We hebben een paar uur de tijd om daar voor anker te gaan. 

We hebben een nieuw speeltje meegenomen. Een sup!  Tot voor kort leek me er niet zoveel aan. In de meeste baaien zie je mensen er op staan met een paddle. Maar het ziet er vaak niet echt spannend en ook niet echt sportief uit. Maar als je je er een beetje in verdiept dan ontdek je al snel dat er veel meer mogelijk is met een sup. 

Vandaag testen we hem uit. Eerst maar even oppompen en een beetje paddelen. Annick en Rein proberen er tegelijkertijd op te staan. Hilarisch.

 

Mijn vader heeft nog wel begrepen dat ik weer bij hem terug was. Ook al kon hij niet meer goed praten. Op dinsdag 21 juli 2020 om 17:00 hield zijn leven op.

De dagen daarna stonden in het teken van de uitvaart. Egon, Annick en Rein kwamen terug naar huis. Het afscheid was mooi ook al mochten er vanwege de corona-maatregelen maar weinig mensen bij zijn. 

De dag daarna zijn we terug naar de boot gegaan om nog een beetje vakantie te vieren.

meer stukjes

Voor een betere ervaring van Sailing ∆ Paradise Regained delen we cookies uit. Vind je dat ok?