Eindelijk nemen we weer eens een heerlijke (koude) douche meteen na het opstaan. Haren wassen was ook wel weer eens nodig. Na het ontbijt pakken we alle vier onze rugzakken met boterhammen en regenbroeken. Het is niet koud, maar het is miezerig.
Met een ‘vedette’ worden we op het kleine eilandje Île de Batz afgezet. We huren meteen mountainbikes en fietsen een heel leuk rondje over dit eilandje. We moeten onze regenbroeken elk kwartier aan of juist uittrekken! De regen en het drogere weer wisselen elkaar af en het is veel te warm om die broeken en jassen steeds aan te houden.
We beklimmen de 44 meter hoge vuurtoren. 198 treden op en weer af. We zijn de enigen. Het uitzicht kost ons € 8,- maar het is best mooi. Jammer van de regen.
We komen op een prachtig wit strand waar we foto’s maken. Het is laag water en de zee is heel ver weg. Het eiland is vol bloemen. We zien prachtige tuinen met heel veel Achapantussen en Hortentias.
Een een aardige locale bewoner komt naar ons toe. Hij vraagt of we iets zoeken. We bewonderen zijn eiland zeggen we. Hij vertelt een paar dingen die we zouden kunnen bekijken, maar die hebben we net al gezien. Tja, het is maar klein eilandje. We hebben dus niets gemist. Dat is ook fijn om te weten.
Na een heel rondje met heel veel afstappen en foto’s maken leveren we de fietsen weer in en stappen op het bootje van 16:00 terug naar het vaste land. Dat gaat heel snel. Binnen tien minuten lopen we over een lange loopbrug terug naar Roscoff.
In Roscoff ruikt het overal naar zoetigheid. Niet normaal gewoon. Je struikelt over de zuurstokken, ijsjes, suikerspinnen en vooral de Bretonse crêpes.
We kunnen onszelf daar natuurlijk niet eeuwig aan onttrekken dus duiken we een Crêperie in voor een crêpje met thee.
Annick vindt het best spannend om in het frans te bestellen maar ze doet het! Heel goed! Zji neemt chocola, glace de vanille et chantilly. Reinoud neem mousse de citron, Egon chocola en chantilly en ik caramel et pommes. Onwijs zoet, maar ok, voor een keer best lekker.